Covestro heeft een sterk derde kwartaal 2021 achter de rug, waarin het hoge winstmomentum van het eerste halfjaar werd doorgetrokken. Dankzij een sterke vraag en hoge verkoopprijzen steeg de omzet met 55,9% tot ongeveer 4,3 miljard euro (vorig jaar: ongeveer 2,8 miljard euro). De verkoop van kernvolumes steeg met 0,8% licht in vergelijking met het derde kwartaal van vorig jaar. Dit was voornamelijk het resultaat van de extra volumes van de Resin & Functional Materials (RFM)-activiteiten, die Covestro van DSM overnam op 1 april 2021. Een tijdelijke beperkte beschikbaarheid van producten door ongeplande productieonderbrekingen remde het groeipotentieel af, ondanks de blijvende sterke vraag.
De EBITDA steeg met 89,0% tot 862 miljoen euro (vorig jaar: 456 miljoen euro), dankzij een sterke opwaartse trend in de marges. De hoge marges zijn toe te schrijven aan aanzienlijk hogere verkoopprijzen als gevolg van een gunstige competitieve situatie. Covestro heeft daardoor de stijgende grondstofprijzen meer dan gecompenseerd. Daardoor zijn de netto-inkomsten in het derde kwartaal meer dan verdubbeld en gestegen tot 472 miljoen euro (vorig jaar: 179 miljoen euro). De vrije operationele kasstroom (FOCF) steeg eveneens met 5,5% tot 381 miljoen euro (vorig jaar: 361 miljoen euro).
“Het is ons gelukt om het hele momentum van de eerste helft van het jaar over te dragen naar het derde kwartaal, en we profiteerden van constante hoge prijsniveaus. De aanhoudende sterke vraag naar onze producten toont aan dat we onze klanten de juiste oplossingen bieden,” zegt Markus Steilemann, CEO van Covestro . “Met onze portfolio zijn we ideaal gepositioneerd om te voldoen aan de stijgende vraag naar duurzame oplossingen en met onze nieuwe groepsstructuur kunnen we nog accurater in deze behoefte voorzien.
Rekening houdend met de huidige bedrijfsprestaties, heeft Covestro de verwachtingen voor het volledige jaar op 8 november opnieuw herzien. De Groep verwacht nu dat de EBITDA 3,0 miljard euro tot 3,2 miljard euro zal bedragen voor heel 2021 (eerder: 2,7 miljard euro tot 3,1 miljard euro). Als gevolg van een door waardering gedreven stijging van het werkkapitaal, wordt de vrije operationele kasstroom (FOCF) nu geraamd op 1,4 miljard euro tot 1,7 miljard euro (eerder: 1,6 miljard euro tot 2,0 miljard euro). Covestro verwacht nu dat het rendement op het geïnvesteerd vermogen (ROCE) 19% tot 21% zal zijn (eerder: 16% tot 20%). Door de beperkte beschikbaarheid van producten, wordt de kernvolumegroei over het gehele jaar geraamd op 10% tot 12% (eerder: 10% tot 15%), waarvan nog ongeveer 6 procentpunten toe te schrijven zullen zijn aan de RFM-activiteiten.
“We hebben een aanzienlijke winststijging gerealiseerd, en bevonden ons bovenaan de EBITDA-verwachtingen voor het derde kwartaal,” zegt Thomas Toepfer, CFO van Covestro . “We hebben er vertrouwen in dat deze positieve winsttendens zich zal doorzetten. Dit wordt ook benadrukt door onze herziene verwachtingen voor het volledige jaar.”
Covestro gaat ook uit van een positieve trend op middellange termijn. Op de investeerdersconferentie in september kondigde de Groep nog aan dat ze halverwege de cyclus een aanzienlijke EBITDA-stijging verwacht, van het huidige niveau van 2,2 miljard euro tot 2,8 miljard euro in 2024. Dit is te danken aan de organisatorische herschikking die Covestro sinds juli 2021 heeft doorgevoerd in het kader van haar bedrijfstransformatie en aan de succesvolle integratie van RFM.
Als gevolg van de wereldwijde politieke initiatieven om broeikasgassen te verminderen, verwacht Covestro een stijgende vraag, vooral op gebied van energie-efficiënt bouwen en elektrische mobiliteit. Om aan deze stijgende vraag te kunnen voldoen, wil Covestro duurzame groei creëren en investeringen in de toekomst nog consistenter afstemmen op winstgevendheid en duurzaamheid, als onderdeel van de “duurzame toekomst”-strategie van het bedrijf.
Op de investeerdersconferentie kondigde Covestro ook aan dat het investeringsproject voor de bouw van een MDI-fabriek van wereldformaat hervat zal worden. Dit project was begin 2020 tijdelijk stilgelegd. Het bedrijf onderzoekt nu of de nieuwe fabriek in de Verenigde Staten of in China zal worden gebouwd. Verwacht wordt dat na de huidige projectfase een definitieve beslissing zal worden genomen. De ingebruikname van de fabriek is gepland voor 2026. De Groep is van plan voor de nieuwe fabriek de energie-efficiënte AdiP-technologie in te zetten, die al gebruikt wordt in de vestiging in het Duitse Brunsbüttel. Deze technologie kan de CO2-uitstoot in een MDI-fabriek met maximaal 35% verminderen.
De Groep streeft ernaar op lange termijn volledig circulair te worden. Covestro plant daarom doelgerichte kapitaaluitgaven van ongeveer 1 miljard euro voor circulaire-economieprojecten in de komende tien jaar. De focus ligt daarbij op alternatieve grondstoffen, innovatieve recyclingmethodes, gezamenlijke oplossingen en hernieuwbare energie.
Ook het Europese Circular Foam-innovatieproject is sinds oktober een belangrijk onderdeel van de langetermijnstrategie van Covestro . Het bedrijf coördineert dit project, waar in totaal 22 partners uit negen landen aan deelnemen. Het doel is om de materiaalkringloop voor hardschuim-polyurethaan te sluiten en om de implementatie van een blauwdruk op Europees niveau voor te bereiden. Dat zou in Europa vanaf 2040 jaarlijks een afvalvermindering van 1 miljoen ton en een daling van de CO2-uitstoot met 2,9 miljoen ton kunnen opleveren.
Ook kan het zorgen voor een besparing van 150 miljoen euro aan verbrandingskosten in Europa. Als isolatiemateriaal in koelkasten en gebouwen helpt hardschuim-polyurethaan de energie-efficiëntie aanzienlijk te verhogen. Tot dusver ontbreekt het echter aan een gecoördineerd afvalbeheer en geschikte recyclingprocessen om een duurzame levenscyclus mogelijk te maken. Daarom zal met name chemische recycling een belangrijke stap zijn op de weg naar een circulaire economie.
Als onderdeel van de afsluiting van het derde kwartaal, heeft Covestro voor het eerst verslag uitgebracht volgens de nieuwe rapportagestructuur, met de twee segmenten ‘Performance Materials’ en ‘Solutions & Specialties’. De referentie-informatie werd dienovereenkomstig aangepast.
In het derde kwartaal van 2021 daalden de verkochte kernvolumes in het segment Performance Materials met 11,6 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. De beperkte beschikbaarheid van producten vanwege niet geplande productieonderbrekingen remde het groeipotentieel af, ondanks het feit dat de vraag intact bleef. Dit resulteerde in een daling van de verkoopvolumes in de meubel- en houtbewerkingsindustrie en in de bouw, vooral in de regio’s EMLA en APAC. Dankzij de hoge verkoopprijzen is de omzet van het segment met 52,2% gestegen, tot ongeveer 2,2 miljard euro (vorig jaar: ongeveer 1,4 miljard euro).
De EBITDA bedroeg 755 miljoen euro, meer dan het dubbele van hetzelfde kwartaal vorig jaar (vorig jaar: 288 miljoen euro). Dit was te danken aan hogere marges, omdat Covestro met de hogere verkoopprijzen de stijging van grondstofprijzen meer dan gecompenseerd heeft.
In het derde kwartaal van 2021 stegen de verkochte kernvolumes in het segment Specialties & Solutions met 22,7 procent ten opzichte van dezelfde periode voorgaande jaar. Dit was vooral te danken aan extra volumes door de overname van de RFM-activiteiten. De omzet steeg ook met 60,6% tot ongeveer 2,1 miljard euro (vorig jaar: ongeveer 1,3 miljard euro). Dit was toe te schrijven aan de stijging van de gemiddelde verkoopprijzen en aan het portfolio-effect door de overname van RFM. De EBITDA van het segment daalde tot 173 miljoen euro, of 16,4% ten opzichte van het derde kwartaal van vorig jaar (vorig jaar: 207 miljoen euro).
De hogere verkoopprijzen konden de stijging van grondstofprijzen niet volledig compenseren, met als gevolg dat lagere marges het resultaat drukten. De kosten van de integratie van RFM, die op het geplande niveau waren, hadden eveneens een negatieve invloed op het resultaat.
Over het algemeen zijn de resultaten van de eerste negen maanden van 2021 een stuk beter dan die van vorig jaar, waarin de coronapandemie een grote impact had. De sterke vraag en de gerelateerde hoge verkoopprijzen bleven overheersen. In de eerste negen maanden van 2021 stegen de verkochte kernvolumes met 11,9% (eerste negen maanden van 2020: daling van 7,9%) en steeg de omzet van de Groep met 50,2% tot ongeveer 11,6 miljard euro (eerste negen maanden van 2020: ongeveer 7,7 miljard euro). Dit was vooral te danken aan de stijging in verkoopprijzen.
De EBITDA verdriebouwdigde tot ongeveer 2,4 miljard euro (eerste negen maanden van 2020: 835 miljoen euro), terwijl de netto-inkomsten stegen met ongeveer 1,3 miljard euro (eerste negen maanden van 2020: 147 miljoen euro) of bijna negen maal zoveel in vergelijking met vorig jaar. Ook de FOCF steeg aanzienlijk tot ongeveer 1,1 miljard euro (eerste negen maanden van 2020: 136 miljoen euro).